Beving, Vulkaan, Woestijn en rond geweest - Reisverslag uit Jeruzalem, Israel van Chiel Zwijnenburg - WaarBenJij.nu Beving, Vulkaan, Woestijn en rond geweest - Reisverslag uit Jeruzalem, Israel van Chiel Zwijnenburg - WaarBenJij.nu

Beving, Vulkaan, Woestijn en rond geweest

Door: Chiel

Blijf op de hoogte en volg Chiel

07 Mei 2011 | Israel, Jeruzalem

Hey all,

Oké allereerst mijn excuses voor deze ongelofelijk late update. De afgelopen tijd was zo druk (met pap erbij is m’n reis in een stroomversnelling geraakt) en ik kan nu, in het vliegtuig naar Tel Aviv, pas weer wat typen terwijl ik over Skopje vlieg.

Aangekomen op het Noordereiland van Nieuw-Zeeland rijden we snel weg uit Wellington. Ik weet het er is genoeg te doen, maar helaas hebben we maar een weekje over om Noordereiland te bezoeken. We gaan verder en zoeken de plek waar de scènes van Rivendell in de ‘Lord of the Rings’ zijn opgenomen, en we vinden het nog ook (stond voor de verandering eens wel aangegeven). Helaas is er niets meer van de decors te zien, maar je kan in de omgeving wel duidelijk de sfeer uit de film terugvinden. 's Middags rijden we nog een stuk door en 's avonds klopt m’n vader aan bij een willekeurig huis aan om informatie te vragen voor een kerkbezoek in een lokaal kerkje de volgende dag. De bewoners nodigen hem meteen uit om iets te eten en pas na het aanvaarden van de uitnodiging krijgt ie de kans om te vertellen waarvoor hij komt, waarna ook mij wordt gevraagd om binnen te komen. We hebben een gezellige avond met dit gastvrije gezin. De moeder blijkt een nazaat van immigranten uit Friesland. Hun hele huis staat vol met Hollandse en Friese spulletjes, van oude tinnen kannetjes tot een zwarte piet als knuffel van één van de dochters. We kunnen ons busje op de oprit laten staan en mogen gebruik maken van hun douche, keuken en internet. De volgende morgen laten de twee dochters ons hun huis en tuin zien, moeten we mee ontbijten en krijgen nog wat cadeautjes als aandenken. Hoop echt dat ze ons eens in Nederland komen opzoeken. Vrijwel alle mensen die we in Nieuw-Zeeland ontmoeten zijn vrolijk, positief en opportunistisch. Ze waarderen onze komst naar hun land, bieden het gebruik van hun voorzieningen aan, komen spontaan met reistips, nodigen uit om mee te eten. In hun omgangsvormen zijn ze gastvrij en behulpzaam en stralen ze een levenshouding uit van doorzetten en niet achterom kijken. Als nakomelingen van kolonisten en immigranten zijn ze gewend om hun eigen bestaan op te bouwen en elkaar te helpen. Waarschijnlijk is die kolonistenmentaliteit nog altijd aanwezig omdat ze volop ruimte en mogelijkheden hebben en het niet nodig is onder te duiken in een anoniem leven dat past bij een modern urbane samenleving.

We vertrekken naar de kerk in Hastings waar we een Anglicaanse mis bijwonen. Halverwege de preek begint de kerk te schudden en beleeft pap zijn eerste aardbeving (een kleintje van 3.5). De mensen zijn eraan gewend, pap schrikt duidelijk, maar maakt wel iets mee wat echt bij Nieuw-Zeeland hoort. 's Middags gaan we door naar Napier (in 1931 door een aardbeving verwoest en in Art Deco stijl weer opgebouwd) en hebben we het lekker relaxed gehouden. Later op de dag gaan we op weg naar het Tongario National Park waar we vulkaan Mount Ngauruhoe (beter bekend als Mount Doom uit de LOTR) de volgende dag willen beklimmen. De meest rechtstreekse route gaat door woest en volkomen verlaten landschap waar de eerstvolgende benzinepomp pas over 230 km te vinden is. Mount Doom een dag later beklommen, is helaas slecht weer: regen in het dal, mist op de berg . We passeren ook meerdere waarschuwingen om toch vooral niet door te gaan (werkt juist motiverend om toch omhoog te klimmen). Maar hoe hoger we komen hoe dikker de mist en hoe moeilijker het pad begaanbaar wordt. Halverwege de beklimming zorgt het vooruitzicht dat we nog drie uur naar de top (en weer omlaag) moeten klauteren om daar in de mist te gaan staan kleumen in plaats van de doodsheid van dit maanlandschap te ervaren en te genieten van een weergaloos uitzicht over het Noordereiland ervoor dat we besluiten om terug te gaan. De volgende dagen rijden we door een gebied met sterke vulkanische activiteit en bezoeken we een vulkanisch park en geothermische spa’s; gebieden met een explosieve natuur, waar allerlei vreemde natuurverschijnselen voorkomen. Zo zijn er heetwaterbronnen en lopen we over een groot stenen meer waarover een haardun laagje warm water stroomt wat de golvende steenlaag steeds hoger maakt en er terrassen ontstaan. Ook zijn er kokende, sissende en borrelende modderpoelen, meren in felle fluorescerende kleuren, gloeiende en rokende kratermonden, dwarrelen overal rookpluimen uit de grond en spuit er op de gekste plekken stoom omhoog. We krijgen het gevoel dat de vaste aardlaag hier heel dun moet zijn en dat onder onze voeten de aardkorst smelt. We brengen ook een middag door in een zwembad dat wordt verwarmd door een heetwaterbron en is omgeven door reusachtige geisers. Na een hekje overgklommen te zijn naar het park ernaast bezoeken we een Maoridorp en een optreden van een Maori-dansers. De dansvoorstelling is in een soort heilige ruimte waar we onze schoenen moeten uittrekken. In hun dansen tonen de Maori hun tradities en rituelen. Vooral de Hakka (een oorlogsdans) maakt indruk: zwaaiende stokken, uitpuilende ogen en uitgestoken tong moeten de vijand imponeren.

In Matamata bezoeken we Hobbitton (de Shire in LOTR). Voor ons de eerste filmlocatie waar het hele decor (nog) staat zoals de film laat zien. We krijgen een rondleiding en horen dat we mazzel hebben omdat alles was opgebouwd voor de opnames die in februari en maart gepland stonden. Omdat de regisseur (Peter Jackson) ziek werd, zijn de opnames uitgesteld en hebben wij de kans om in de Shire rond te lopen. We lopen tussen echte groentetuintjes (rijp voor de oogst), staan rond de feestboom en krijgen te horen en te zien wat getruckt is met de computer(bijna niets). Zelfs de grote eikenboom op het huisje van Bilbo is zo goed (door een jaargroep studenten) nagemaakt, inclusief tienduizenden eikenblaadjes, dat ie nauwelijks van een echte (die er eerst stond) te onderscheiden is. De volgende dag gaan we naar het strand in Tairua waar heetwaterbronnen aan de oppervlakte komen. Je moet je voorstellen; zo gauw het eb wordt komen hordes mensen met zandschepjes het strand op om kuilen te graven die vanuit de bodem gevuld worden met heet geiserwater en over de rand met koud oceaanwater. Resultaat is een bad dat geheel naar eigen believen geregeld kan worden qua afmeting en temperatuur.

Onze laatste dag in Nieuw-Zeeland bezoeken we het War Memorial Museum in Auckland. Prachtig museum; in slechts één gebouw is zo’n beetje de hele geschiedenis, kunst en cultuur van Nieuw-Zeeland gehuisvest: geologische geschiedenis en natuur (met alle rimram over vulkanisme, schuivende tektonische platen en evolutionaire ontwikkeling), oude Maori-cultuur, Europese kolonisatie en alle oorlogen waaraan Nieuw-Zeelanders hebben meegevochten. Door eerst hun lidmaatschap van het Britse Gemenebest en later hun trouw aan de VN en allerlei andere allianties zijn dat er zoveel dat je kan stellen dat het een oorlogzuchtig volkje is. In marmeren muren langs corridors staan de namen van alle gesneuvelde Nieuw-Zeelanders in beide wereldoorlogen gegraveerd. Aan het eind van elke corridor een leeg stuk muur met de woorden: "Laat deze muur nooit gevuld worden." Toch blijft Nieuw-Zeeland zich in oorlogen mengen. Is het omdat NZ zich zo klein en onbeschermd voelt, spelen oude loyaliteiten mee. Ik vind de tekst heel triest maar ook nogal hypocriet.

Een indrukwekkende attractie is een nagebouwde huiskamer (van een huis in Auckland aan de oceaan) waar we in een bank gaan zitten om (naar blijkt even later) als twee eigenwijze en halsstarrige inwoners van het verder uitgestorven Auckland naar het laatste nieuws te kijken op tv terwijl je door het 'raam' (geprojecteerd op een groot bioscoopscherm) naar de zee kijkt. Een vulkaan staat op uitbarsten en vrijwel alle inwoners van Auckland en omgeving zijn geëvacueerd. Terwijl de nieuwslezer de wereld op hoogte houdt van de vulkaanuitbarsting die eraan komt, zien we beelden van de zee net buiten de kust van Auckland door het raam. Op zeker moment tijdens de uitzending komt het wateroppervlak in beweging, schudt de vloer en schokt de kamer. Op het nieuws hoor je dat iedereen die nu nog in het evacuatie gebied is (wij dus!!!) ten dode zijn opgeschreven. De camera blijft op zee gericht. Beeldvullend richt zich een enorme watermassa op, gevolgd door een dodelijke vuurzee, om in ijltempo af te koersen op de plaats waar wij zitten. De water- en vuurmassa’s rollen over ons heen, alles stopt, het licht gaat uit, alleen doodse stilte rest nog… In een paar tellen wordt Auckland verwoest. Het volgende beeld toont een totaal verwoeste, door modder bedolven en desolate stad. De recente televisiebeelden van het door een tsunami getroffen noordoosten van Japan zijn er niets bij. Nice, maar wel heel goed want Auckland (een metropool) ligt te midden van 50 vulkanische objecten waar elke paar duizend jaar een vulkaan uitbarst. Absoluut zeker is dat Auckland door een vulkanische uitbarsting getroffen gaat worden, niet zeker is wanneer dat precies zal gebeuren.Voor ons geen emigratie naar Auckland.

"It's the edge of the world in all the western civilisation" Red Hot Chili Peppers - Californication

De volgende dag vliegen we van Auckland naar Los Angeles in de USA; vertrek 7 uur ’s zondagavond, aankomst 10 uur zondagochtend; we maken zondag 10 april bijna twee keer mee en gaan dus eigenlijk terug in de tijd. Nieuw-Zeeland was door pap aardig voorbereid. Hij wist zo ongeveer waar we naartoe zouden gaan (een paar uithoeken van NZ dus), maar Californië wilde hij “er even bij doen, want we zijn er toch”. Nou dat hebben we geweten; NZ is in drie weken misschien te doen als je goed doorrijdt. Californië had ie helemaal niet voorbereidt, zouden alleen een oom en tante van mijn moeder in de buurt van San Francisco bezoeken en dan via een omweg terug naar LA. We halen de auto op en kopen een gids van Californië. Pap is meteen verkocht door alle mooie plaatjes en we zetten een route uit. Hij wil zo’n beetje alles zien wat er tussen LA en SF ligt en maakt de omweg op de kaart steeds groter. We rijden LA uit over een stukje van de route 66 de woestijn (Mojave Dessert) in. Na een halve dag rijden zijn we minder snel opgeschoten dan gedacht en we raadplegen de kaart opnieuw. Dan beseffen we dat we de schaal op de kaarten van Californië fout ingeschat hebben (zijn gewend geraakt aan de kaarten van NZ), realiseren ons hoe groot Californië is (ruim anderhalf keer zo groot als Nieuw-Zeeland) en dat een week wel erg krap is om alles te zien en te doen. Pap blijft optimistisch; vindt dat we kunnen doorrijden zolang het licht is en kunnen stoppen in het donker en dat we de saaie stukken ook ’s nachts kunnen rijden. Bij gebrek aan saai landschap, rijden we dus van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat en moeten we heel zuinig zijn op onze tijd buiten de auto.

Voor pap gaat er met de woestijn een nieuwe wereld open, voor mij is het meer vertrouwd (was een half jaar geleden in de Negev-woestijn en in Jordnie). De Mojave woestijn en Death Valley Natinal Park zijn prachtig (licht begroeid, zanderig en rotsig landschap in spectaculaire kleuren, overdag in april al zinderend warm en ’s nachts ijskoud). Paar feitjes over Death Valley: op één na heetste plek op aarde, laagste punt (80 meter onder zeeniveau) in het westelijk halfrond en droogste plek van Noord-Amerika. Ziet er ook raar uit met witte zoutmeren zo glad als spiegels. Pap stelt voor dat ik het stuur een tijdje overneem (behalve stuur bedoelt ie ook rem en gaspedaal). Dat moet te doen zijn; ander verkeer komen we bijna niet tegen en met een automaat hoef ik over koppeling en pook ook niet na te denken. Zo rijd ik mijn eerste 100 kilometer aan één stuk door de woestijn en over zoutvlaktes. Begint het na een tijdje zelfs een beetje saai te vinden (in de VS mag je maximaal 80 mijl (ong. 110 km.) per uur). We bezoeken Calico, een mooi opgepoetst spookstadje uit de tijd van de goud- en zilverkoorts, met alles erop en eraan en wanen ons een paar uur in een western. We rijden tot de avond valt, slapen in de auto en rijden ’s ochtend verder richting Sequoia National Park. Is hemelsbreed niet zo ver, maar we moeten een bergpas over en bedenken halverwege de bergweg dat we het waarschuwingsbord (tot eind april bergpas gesloten) beneden toch serieus hadden moeten nemen. Maar ja, als je net uit een hete woestijn komt, kan je ’t je moeilijk voorstellen dat er door sneeuwval geen doorkomen aan is. Terug en omrijden kost een halve dag extra, maar de natuur maakt alles goed en deze week is toch al één grote omweg. Pap maakt het al helemaal niks uit want heel NZ was gewoon een ommetje (als ommetje in een ommetje moesten we daar 400 km heen en dezelfde 400 km terug om een paar uur in een kajak te zitten). In het donker komen we in de buurt van Sequoia National Park, eten en drinken mee in de plaatselijke kroeg waar elke dinsdag de hele gemeenschap, met kleine kinderen en al, zich te goed doet aan een plaatselijk gerecht, Taco Tuesday!

In de sneeuw bereiken we de eerste Sequoia’s, waarvan sommigen meer dan 1000 jaar oud, 110
meter hoog en stammen de omvang van een woonkamer hebben. Ik loop er op blote voeten om- en doorheen (ben mijn schoenen in NZ kwijtgeraakt). We zien (door de mist) alleen het onderste deel van de stammen, maar ervaren toch dat het reuzen zijn. Een paar honderd kilometer noordelijk ligt Yosemite National Park, een met oerbos begroeide grote canyon met rotswanden van anderhalve kilometer hoog. Mist en laaghangende bewolking beletten ons het zicht. Op spaarzame momenten breekt de zon door en zien we iets van de spectaculaire natuur; rotswanden als muren van gigantische kathedralen, overal dendert water omlaag, alweer mammoetbomen. Dezelfde dag nog gaan we door naar oom Fer en tante José in Concord bij San Francisco. Omdat de technologie (navigatie, mobiele telefonie en internet) om hen snel op te zoeken het inmiddels heeft laten afweten, zijn we meer dan een halve avond bezig om hun huis te vinden. We hebben alleen een adres, maar Concord blijkt groter dan een dorpje en navraag bij willekeurige voorbijgangers geeft weinig hoop op succes. Via Google maps op de i-Phone van een wildvreemde man die we aanspreken komen we in de buurt en vinden we het bejaardencomplex waar ze wonen. Daar treffen we een briefje op de deur met de boodschap dat ze weg zijn en ons vrijdagochtend na 10 uur verwachten. Kwestie van barslechte communicatie tussen thuisfront, familie overzee en ons.

De volgende dag gaan we naar San Francisco, mooie stad gelegen langs een grote baai. Over de Golden Gate Bridge rijden we downtown SF binnen en gaan meteen op zoek naar de boot naar Alcatraz (inderdaad van Escape from Alcatraz). De gevangenis is nu de toeristische trekpleister die zorgt voor een non-stop aan- en afvoer van toeristen. Alles op het eiland staat in het teken van het strenge gevangenisregime en de ontsnappingspogingen die daar zijn ondernomen. De rest van de dag rijden we de ‘49-miles tour’ en komen zo langs allerlei bezienswaardigheden van SF en het moet echt gezegd: wat een prachtige en levendige stad, vol met architectonische hoogstandjes, gezellige buurten en mooie parken. En de steile heuvels zoals we SF uit films en series kennen, zijn in het echt nog steiler; stilstaan en optrekken voor een stoplicht zorgt bij de één misschien voor een adrenalinekick, mij breekt het angstzweet uit. De bistro waar we eten ligt in een wijk die is versierd met regenboogvlaggen (uiting van homovriendelijkheid). Mensen schuiven spontaan bij ons aan tafel, vertellen trots over hun stad, blazen vooral de verschillen tussen Los Angeles (allemaal glamour en glitter, spending-city) en San Francisco (harde werkers, veel intellect en creativiteit, Silicon Valley met zijn meest innovatieve computerindustrie ter wereld) op en wij als Europeanen moeten ook weten dat de mensen voornamelijk op de Democratic Party en Barack Obama stemmen. ’s Avonds worden we gastvrij ontvangen door de dochter en schoonzoon van Fer en José. Ook met hen gaan de gesprekken over de Amerikaanse samenleving en politiek. Het valt ons op hoe betrokken en uitgesproken Amerikanen over hun politieke voorkeur praten. De volgende ochtend ontmoeten we dan eindelijk Fer en José zelf. Praten veel over hun leven in de VS en de keuzes die destijds (begin jaren 60 van de vorige eeuw) tot hun emigratie hebben geleid. Conclusie: voor het verwezenlijken van de ‘American Dream’ moet je de mouwen opstropen en een hoop mazzel hebben en goeie connecties zijn ook nooit weg. Factoren die ook in Nederland meestal tot voorspoed leiden, met dit verschil: mocht je ‘t onverhoeds niet redden in ons kikkerlandje de miljonairstatus te bereiken dan blijf je er hier iets warmer bijzitten dan aan de overkant. Want aan sociale voorzieningen heeft de gemiddelde Amerikaan een broertje dood. Vrijwel al het geld om solidariteit te financieren is afhankelijk van eigen initiatief en liefdadigheidsfondsen.

Laat in de middag nemen we afscheid. We rijden over de kustweg (tip van onze neef)richting LA. We vergapen ons aan een kolonie van honderden zeeolifanten. Logge kolossen die ik liever op een afstandje bekijk. Wil liever niet uitproberen hoe snel ze zich over zand kunnen voorbewegen. Pap nadert tot zo’n drie meter, dichterbij durft ie niet te gaan, waarschijnlijk ook bang dat ie een sprintje tegen een bul gaat verliezen. Volgende ochtend naar de Mystery Spot in Santa Cruz, waar volgens de gids wordt gespot met de wetten van de zwaartekracht. We weten dat op die plek (van maximaal 500 m2, op een steile berghelling, diep in een bos met joekels van bomen die schuin omhoog groeien) alles onderhevig is aan een optische illusie. Toch kijken we raar op als we op een (waterpas gelegde) plank tegenover elkaar gaan staan en ik voor het eerst van mijn leven op gelijke ooghoogte ben met pap, na wisselen van positie schrompel ik tegenover hem in elkaar (ben ineens zo’n 30 centimeter kleiner dan pap). Logisch dat we in een huisje, met schuine muren en vloeren, moeilijk in evenwicht blijven, maar hoe het komt dat op een plank het uitgestorte water de ene kant opstroomt en tegelijkertijd een batterij (afkomstig van mij) de andere kant oprolt, kunnen we niet zo gauw verklaren. En wat te denken van een ijzeren kogel aan een ketting die, als ie wordt bewogen en losgelaten, naar de ene kant 10 keer zo ver uitslaat als naar de andere kant. Ook vreemd om te ervaren dat omhoog lopen tegen een hele steile helling minder moeite kost dan tegen een minder schuine (bijna vlakke) helling en ik speel het ook niet klaar om meer dan een paar tellen op een hekpaal te blijven staan. Het leuke van deze plek is dat onze levenslange ervaring en de theorieën over zwaartekracht niet lijken te kloppen met wat je daar ziet gebeuren.
De kustroute is inderdaad een aanrader (bedankt Niels), beetje jammer dat we na 50 mijl terug moeten door wegwerkzaamheden, zodoende een stuk van de route missen (alternatieve autowegen door het kustgebergte ontbreken), maar wel oké dat we nu de route voor een deel ook van zuid naar noord kunnen afleggen. Via de Highway is wel een paar uur extra, waardoor onze kansen om die dag nog Hearst Castle aan te doen aanzienlijk verkleinen. Daar aangekomen is de laatste bustour naar het kasteel voor die dag al vertrokken en mogen we als goedmakertje een film over het leven van William Hearst (krantenmagnaat uit begin vorige eeuw) bekijken. De film zet ons aan het denken over de vraag: ‘wat voor droomhuis laat je bouwen als geld geen rol speelt’ en meer algemeen: ‘wat doe je met je leven als geld geen beperking is’. Volgens pap klopt de vraag niet; geld is altijd zowel een beperkende als een verrijkende factor in ons leven. Hangt er maar net vanaf welke rol je geld laat spelen.

Zondagochtend een oude koloniale missiepost (Santa Barbara) bezocht. Mooi geconserveerd, doet nog steeds dienst als kloosterkerk. In het klooster is ook een stukje koloniale (vanuit Spanje en Mexico) geschiedenis van Californië te zien. Na een ommetje van ruim 2000 mijl (3200 km) zijn we precies een week later weer terug in LA. Daar slenteren we een paar uur rond en verbazen ons nog steeds over het straatbeeld, waar het cliché dat er zoveel dikke Amerikanen zijn wordt bevestigd. Waar we zijn zien we etende mensen en altijd een groot aanbod van fastfoodtentjes in de buurt (grofweg 70% van de huizen langs de grotere wegen). Ze verkopen er snacks in drie maten: small (halve liter koffie, pizza met een diameter van 10 inch), medium (een liter, 12 inch) en big (krijgen we niet op). Op televisie is het nog erger; om de paar minuten worden eetreclames afgewisseld met afslankreclames. Het lijkt wel een complot; voeding- en afslankindustrie hebben dezelfde belangen, eerst mensen vetmesten dan laten afvallen. En als je daar wilt afvallen gaat het niet om gezond eten en een rondje joggen. Mensen met een eetverslaving nemen een personal coach die heeft een plan en allemaal dure apparaten. Waarna je weer mag eten en weer kan afslanken…

Tijdens de vlucht van LA naar Londen hebben we een kort nachtje van een paar uur, van slapen komt het niet. Net boven de pool is het donker, zien wel de zon boven de horizon opreizen en IJsland zien ook liggen. Op Heathrow stappen we over op een vlucht naar Schiphol. Aan paps reis is met de landing op Schiphol een einde gekomen. Als we door de aankomsthal lopen staat Niels ons al op te wachten en komen Tom, Sophie, Hendrik en Corianne net aanlopen. Het weerzien met ons thuisfront is fijn en geeft echt een gevoel van thuiskomen, helaas is het maar voor kort.

  • 08 Mei 2011 - 19:30

    Carla Kloet:

    Hey Chiel,

    Wat een prachtig en mooi beschreven reisverslag weer. Ik heb al enthousiaste verhalen gehoord van Henk, en jouw verslag is net zo enthousiast. Heerlijk lijkt me om zo een maand lang met je vader aan de andere kant van de wereld rond te reizen. Nu nog een paar weken in Israel begreep ik. geniet nog van je tijd daar!

    Groetjes Carla en Ronald

  • 10 Mei 2011 - 11:45

    José Bontje:

    Hoi Chiel,

    Zojuist heeft je vader je verslag naar me gestuurd. Ik heb er werkelijk van gesmuld. HEEL LEUK om je verslag te lezen!! Tjonge, jullie hebben wel een SCHITTERENDE reis gehad! En dan nu wederom Israel. Carpe diem!!
    Groetjes, José (collega van je vader)

  • 10 Mei 2011 - 18:20

    Marjolijn:

    Hallo Chiel,
    Wat een overweldigende reis zo samen met papa. Jullie beschrijving van Nieuw Zeeland maakt ons nog nieuwsgieriger, en jullie verhalen uit Californie komen ons bekend voor. Jose en Fer zijn schatjes,he?
    Veel plezier verder in Israel.
    Liefs van ons allemaal, dikke kus van Paul en Marjolijn

  • 13 Mei 2011 - 18:14

    Jolanda:

    hoi chiel,
    wat een fantastische reis hebben jullie gehad!! wat leuk om te zien dat jij toch lekker bent gaan reizen, ondanks dat je het toch wel 'eng' vond in het begin. Heerlijk ook om nu weer af te sluiten met israel en de kiboets met al je oude vrienden(?). Van harte proficiat alvast en een hele leuke dag morgen. We zien jou begin juli als je weer terug bent, dan krijg je heel veel dikke knuffels en kussen van ons alle 4 Karel, Jolanda, Nikki en Joey .XXX

  • 14 Mei 2011 - 12:01

    Paul & Marjolijn:

    Van harte gefeliciteerd met je 21e verjaardag!
    Wij wensen je nog een fijne tijd in Israel en voor vandaag een fijne dag !
    Met een dikke verjaardagskus van Paul en Marjolijn (XXX)x2

  • 14 Mei 2011 - 16:34

    Ellen:

    Hai Chiel, wat leuk om je verslag te lezen ! En wat moeten jij en je pa het goed gehad hebben ! Een groot avontuur waar jij mee bezig bent.
    Nu weer in Nes Ammim, waar ben je daar mee bezig ?
    Ben er dertig jaar geleden ook nog geweest, mijn broer was daar volunteer.
    Ik heb zelf op kibbutz Sde Nehemia gezeten bij Kyriat Shimona. Die kibbutz bestaat sinds 1940. Als jij specifieke dingen zou willen doen in Israel met bepaalde mensen in gesprek zou willen komen laat mij dat dan weten. Mijn ouders kennen door heel israel heen diverse mensen dus als je wilt....Schroom niet !
    Ik hoor graag van je

    Heb het nog goed!!
    Liefs
    Ellen

  • 23 Mei 2011 - 09:38

    Monique:

    Wow, wat een verhalen, zie het helemaal voor me. Hoor van je vader ook weleens iets over je reis, maar zo is het veel leuker om je te volgen. Ga ook je vorige verhalen lezen. Weet pas sinds een maandje dat je bijna een jaar op reis bent. Beter laat dan nooit zullen we maar zeggen.
    Groetjes van Monique

  • 26 Mei 2011 - 22:06

    Oma:

    Een gezellig geschreven verslag. Dat jullie een aardbeving in de kerk hebben meegemaakt zal wel schrikken zijn geweest. Bij oom Theo en tante Gerda lees ik al je verhalen wel hoor. Oma

  • 08 Juni 2011 - 17:20

    Mandy:

    Chiel; ik heb er maar één woord voor.

    WAUW. :)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Israel, Jeruzalem

Chiel

Actief sinds 09 Aug. 2010
Verslag gelezen: 15121
Totaal aantal bezoekers 37492

Voorgaande reizen:

15 Augustus 2010 - 31 Oktober 2010

Mijn eerste reis

30 November -0001 - 30 November -0001

De Wereld Rond (of niet)

Landen bezocht: